U kunt in aanmerking komen voor een bijstandsuitkering als u voldoet aan de volgende voorwaarden:
Om te bepalen of u recht heeft op bijstand bekijkt uw gemeente of u niet te veel vermogen, zoals spaargeld bezit. Heeft u meer vermogen dan is toegestaan? Dan kunt u hiermee in uw levensonderhoud voorzien. U heeft geen recht op bijstand totdat u dit geld heeft opgemaakt. Het bedrag dat u maximaal aan vermogen mag bezitten is afhankelijk van uw leefsituatie. De maximumbedragen worden jaarlijks vastgesteld door het Rijk.
Een eigen woning wordt gezien als een onderdeel van uw vermogen. Uw gemeente beoordeelt dan ook hoeveel vermogen er in uw woning zit. En kijkt hierbij naar de overwaarde van uw huis. Dit is de huidige waarde van uw huis minus de nog niet afgeloste hypotheek.
Klik hier voor meer informatie over de gevolgen van de Participatiewet voor de WWB.
De bijstandsnorm geeft aan hoeveel bijstand u kunt krijgen. Dit is afhankelijk van uw leeftijd en leefsituatie. De bedragen worden jaarlijks vastgesteld door het Rijk.
Bent u alleenstaande ouder en heeft u geen toeslagpartner? Dat betekent dat u in aanmerking komt voor extra kindgebonden budget. U ontvangt dit geld van de Belastingdienst.
Het aantal huisgenoten telt mee voor de hoogte van uw bijstandsuitkering. Hoe meer personen van 21 jaar of ouder in uw woning, hoe lager uw bijstandsuitkering. De reden hiervoor is dat als er meer personen in uw woning wonen, u de woonkosten kunt delen. Dit heet de kostendelersnorm.
Als u samenwoont of een gezamenlijke huishouding voert, kunt u voor de bijstand gelijk worden gesteld met gehuwden. U heeft dan samen recht op een bijstandsuitkering voor gehuwden.
Zoals vermeld, heeft u onder omstandigheden recht op een minimumbedrag aan bijstand. Daarnaast krijgt u ook hulp om werk te vinden, maar om bijstand te kunnen krijgen dient u wel te voldoen aan een aantal verplichtingen. Dit zijn de verplichtingen waaraan u moet voldoen: