WIA-beoordeling

Voorafgaande aan de WIA-beoordeling beoordeelt UWV eerst of de werkgever voldoende heeft gedaan om de werknemer te re-integreren - terug plaatsen in eigen aangepast of in ander passend werk bij de eigen werkgever òf in ander passend werk bij een andere werkgever. Is dit niet het geval dan legt UWV een loonsanctie op en moet de werkgever de werknemer in dienst houden en het loon nog gedurende maximaal 1 jaar door betalen.

De beoordeling voor de WIA wordt gedaan door de afdeling Sociaal Medische Zaken van UWV.  En deze beoordeling wordt uitgevoerd door een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige.

Allereerst legt de verzekeringsarts vast wat de mogelijkheden en beperkingen van de werknemer zijn in relatie tot arbeid. Hiervoor wordt een gestandaardiseerd formulier gebruikt: de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML). Het functioneren wordt op zes onderdelen beoordeeld, namelijk:

  • persoonlijk functioneren
  • sociaal functioneren
  • aanpassing aan fysieke omgevingseisen (de werkplek)
  • dynamische handelen (bewegen)
  • statische houdingen (zitten en staan)
  • werktijden

Vindt de arts dat er geen mogelijkheden meer zijn om te werken? Dan stopt het beoordelingsproces hier. De (ex-)werknemer is volledig arbeidsongeschikt. 

De tweede stap is aan de arbeidsdeskundige. De arbeidsdeskundige legt eerst vast welk werk de werknemer deed toen hij ziek werd; met andere woorden, wat is de verzekerde arbeid. Dit noemt de arbeidsdeskundige de maatman. Daarna wordt bepaald wat het loon was dat bij de verzekerde arbeid hoorde – het maatmanloon.

Als dit is vastgesteld gaat de arbeidsdeskundige zoeken naar een passende en gangbare functie; een functie passend bij de mogelijkheden en beperkingen in arbeid zoals in kaart is gebracht door de verzekeringsarts in de FML. De arbeidsdeskundige beschikt hiervoor over een functieclassificatiesysteem waarin duizenden functies zijn beschreven in termen belasting en belastbaarheid (het CBBS). De functies in dit systeem zijn gangbare functies dat wil zeggen dat ze verspreid in Nederland voor komen, in ieder geval in iedere regio (Nederland is daarbij verdeeld in 7 regio's) tenminste 1 keer. Het zijn dus geen vacatures.

Als de arbeidsdeskundige meerdere functies gevonden heeft die passend zijn binnen de FML en die ook in de regio actueel aanwezig zijn, bepaalt hij het salaris dat bij die functies hoort. Zo stelt de arbeidsdeskundige vast wat de werknemer nog zou kúnnen verdienen, de resterende verdiencapaciteit, en daarmee ook wat zijn loonverlies is, het percentage arbeidsongeschiktheid.

Voorbeeld: in zijn oude werk verdiende de werknemer €20,00 bruto per uur. In een nieuwe, passende maar eenvoudigere functie zou hij nog €10,00 per uur kunnen verdienen. Dan is zijn resterende verdiencapaciteit €10,00 en zijn percentage arbeidsongeschiktheid 50%

Arbeidsongeschiktheidsklassen

Met de WIA-beoordeling is het percentage arbeidsongeschiktheid (lees het percentage loonverlies) vastgesteld. De WIA kent 3 klassen van arbeidsongeschiktheid, met een bij elke klasse behorend uitkeringsrecht.

  • 0 – 35 % arbeidsongeschiktheid  - Werknemers die na de WIA-beoordeling in deze klasse vallen hebben géén recht op een WIA-uitkering. Er is wel nog een mogelijk recht op een WW-uitkering.
  • 35 – 80 % arbeidsongeschiktheid - Werknemers in deze klasse hebben wél recht op een WIA-uitkering èn kunnen nog een deel van hun oude loon verdienen in aangepast werk – de zogeheten Resterende Verdien Capaciteit (RVC).
  • 80 – 100 % arbeidsongeschiktheid - Werknemers in deze klasse hebben wél recht op een WIA-uitkering maar worden niet meer in staat geacht een deel van hun oude loon te verdienen – de zogeheten Resterende Verdien Capaciteit (RVC) bedraagt €0,00.

Voor een deel van deze groep verwacht de verzekeringsarts dat herstel op termijn mogelijk is; de arbeidsongeschiktheid is op beoordelingsmoment wél volledig maar níet duurzaam. Voor een ander deel heeft de arts geoordeeld dat herstel ook op termijn niet mogelijk is; de arbeidsongeschiktheid is niet alleen volledig maar ook duurzaam.

Uitkeringssoorten

De WIA kent 2 uitkeringssoorten, de WGA voor (ex-)werknemers met arbeidsvermogen (nu of in de toekomst) en de IVA voor (ex-)werknemers die volledig én duurzaam arbeidsongeschikt zijn.

De duur van de WIA-uitkeringen is in principe tot aan de AOW gerechtigde leeftijd. De WIA-uitkeringen kunnen wel wijzigen of eindigen als gevolg van wijzigingen in de mate van arbeidsongeschiktheid. Dat kan worden vastgesteld na een herbeoordeling door UWV (VA en AD) of op praktische gronden als gevolg van verdiensten (inkomen uit arbeid).

 

Kunnen wij u helpen?
Heeft u vragen over Sociale zekerheid of Wmo